Obsessed
20 August 2008, 00:44
Twee Limburgers zijn na jaren werkloosheid en met wat politieke steun dan
toch eindelijk aan een jobke geraakt bij de Belgische Spoorwegen.
Daar beseffen ze al na een paar dagen welk vlees ze in de kuip hebben en
zoeken ze wanhopig naar een plek waar onze twee zo weinig mogelijk in de weg
lopen.
Uiteindelijk neemt een ploegbaas ze mee naar een stuk spoorlijn die al lang
niet meer in gebruik is.
Samen met de twee gaat hij midden tussen de rails staan.
"Mannen, nu moet ge eens goed kijken", zegt hij tegen de Limburgers, "Kijk
maar eens in de verte tot zover ge het spoor nog kunt zien."
Samen turen ze naar de verre horizon tot waar de rails in één punt samen
lijken te komen.
"Mannen, ge begrijpt hoe gevaarlijk zoiets is, hé", zegt die ploegbaas. "
Dus ga daar onmiddellijk naartoe en zorg ervoor dat de rails overal netjes
even breed zijn"
"Inderdaad levensgevaarlijk" zeggen de twee en gewapend met een meetlat
trekken ze richting horizon.
De twee stappen en stappen, af en toe zorgvuldig metend.
Kilometers en uren later blijft het gevaarlijke punt nog altijd
onbereikbaar.
Vermoeid en niet begrijpend drentelen ze verder, tot de ene Limburger zich
eventjes omdraait, in de verte tuurt, schrikt en roept : "Ho nee 't is niet
waar hé! We zijn er al voorbij !"
toch eindelijk aan een jobke geraakt bij de Belgische Spoorwegen.
Daar beseffen ze al na een paar dagen welk vlees ze in de kuip hebben en
zoeken ze wanhopig naar een plek waar onze twee zo weinig mogelijk in de weg
lopen.
Uiteindelijk neemt een ploegbaas ze mee naar een stuk spoorlijn die al lang
niet meer in gebruik is.
Samen met de twee gaat hij midden tussen de rails staan.
"Mannen, nu moet ge eens goed kijken", zegt hij tegen de Limburgers, "Kijk
maar eens in de verte tot zover ge het spoor nog kunt zien."
Samen turen ze naar de verre horizon tot waar de rails in één punt samen
lijken te komen.
"Mannen, ge begrijpt hoe gevaarlijk zoiets is, hé", zegt die ploegbaas. "
Dus ga daar onmiddellijk naartoe en zorg ervoor dat de rails overal netjes
even breed zijn"
"Inderdaad levensgevaarlijk" zeggen de twee en gewapend met een meetlat
trekken ze richting horizon.
De twee stappen en stappen, af en toe zorgvuldig metend.
Kilometers en uren later blijft het gevaarlijke punt nog altijd
onbereikbaar.
Vermoeid en niet begrijpend drentelen ze verder, tot de ene Limburger zich
eventjes omdraait, in de verte tuurt, schrikt en roept : "Ho nee 't is niet
waar hé! We zijn er al voorbij !"