Om te beginnen nemen we de backplate die nodig is voor Intel. De backplate is compatibel voor alle Intel sockets. Elke hoek van de backplate is voorzien van drie gaten, één voor LGA775, één voor LGA1366 en één voor LGA1155/1156. We gebruiken het middelste gat en stoppen stoppen er een busje in dat op het uiteinde voorzien is van een zeskant. Deze zeskant verhindert het meedraaien bij het vastschroeven langs de andere kant. Je draait de backplate terug om en laat over de busjes een kleine afstandsrubber vallen. Dan zet je het op het moederbord en laat je de uitstekende busjes door de socketgaten steken. Aan de bovenzijde schroef je dan daar weer nieuwe busje op. Nu zit de backplate vast en kan je verder met de montage.
Op de busjes komen dwarsleggers waarop de koeler rust. Aan de bovenzijde van de koeler CPU-basis zijn twee uitsparingen. Daarin komt opnieuw een dwarslegger die zorgt voor de bevestiging van de gehele koeler op voorgaande dwarsleggers. Alles wordt uiteindelijk vastgeschroefd.
De bedoeling van Prolimatech is dat je de koeler zó plaatst dat de horizontale koelblok boven de geheugenslots hangt en de vertikale koelblok voor je mosfetkoeling komt te staan. Met onze verhoogde koelspreaders op het geheugen past de Genesis toch nog net boven het geheugen. Dat is zeer zeker een positief punt want daar falen de meeste koelers van deze grootte.
Als de koeler vast staat, rest ons enkel nog de ventilatoren op de juiste manier aan te brengen en vast te klemmen met de meegeleverde clips. De juiste manier staat beschreven op één van de zijkanten van de doos. De bedoeling is dat de horizontale ventilator naar beneden blaast (en zo de geheugenmodules kan mee koelen) en de verticale ventilator de mosfets van een briesje voorziet.
De bij ons meegeleverde ventilatoren zijn er twee van Prolimatech zelf; de Red Vortex 14 LED die @ 1000 tpm draaien en op elke hoek een robijnrode led hebben.
Categorieën
Systeembericht